De gemeente heeft samen met de politie een proef met dronedetectie opgezet om inzicht te krijgen in het droneverkeer boven Den Haag. Het dronedetectiesysteem registreert de radiosignalen waarmee drones worden aangestuurd en maakt zo zichtbaar waar drones zich in de stad bewegen. Het doel van de proef is om het gebruik van drones in en boven de stad beter in beeld te brengen, zodat hier op een zorgvuldige manier mee kan worden omgegaan.
Drones worden steeds vaker ingezet en de technologische ontwikkelingen gaan snel. Het aantal drones in gebruik neemt toe, wat nieuwe aandachtspunten met zich meebrengt voor het gebruik van het luchtruim.
Daarbij spelen zowel privacy als veiligheid een rol. Om hier op een zorgvuldige manier mee om te kunnen gaan, hebben de gemeente en de politie gezamenlijk gewerkt aan het verkrijgen van beter inzicht in het dronegebruik boven de stad. Dit inzicht is belangrijk om het gesprek te kunnen voeren over verantwoord en veilig gebruik van drones, nu en in de toekomst. In andere delen van de wereld worden drones bijvoorbeeld al ingezet voor pakketbezorging. De vraag of en onder welke voorwaarden dergelijke toepassingen ook in Den Haag wenselijk zijn, vraagt om een gezamenlijke en weloverwogen afweging.
Met de proef dronedetectie wilden de gemeente en de politie beter inzicht krijgen in dronevluchten boven Den Haag. De detectie maakte zichtbaar wanneer en waar drones boven de stad vlogen. Dat inzicht ontbrak tot dan toe, terwijl het noodzakelijk was om goed na te denken over het veilige gebruik van het lage luchtruim, de inrichting van handhaving en de rolverdeling tussen politie, gemeenten en andere betrokken partijen.
Het doel van de proef lag nadrukkelijk bij kennisopbouw, niet bij het handhaven van illegale dronevluchten. De proef liep tot eind 2024 en werd daarna geëvalueerd. Op basis van die evaluatie bepaalden de gemeente en de politie of dronedetectie een vervolg zou krijgen.
In het grootste deel van Den Haag gelden no-flyzones. Daar is vliegen met een drone niet toegestaan, bijvoorbeeld boven natuurgebieden, in de omgeving van ministeries en ambassades en langs de aanvliegroute van Rotterdam The Hague Airport. Daarnaast geldt een maximale vlieghoogte van 120 meter. Hoewel de meeste dronevliegers onschuldige plannen hadden, was niet iedere dronebezitter bekend met deze regels. Ook daarin bood de proef met dronedetectie waardevol inzicht.
De politie en de gemeente voeren deze use case uit binnen de innovatiehub SHIELD. In SHIELD werken de gemeente Den Haag en de politie samen aan technologische innovaties in het veiligheidsdomein. SHIELD heeft zich gevestigd op de HSD Campus.
Voor deze proef worden drie dronedetectie-sensoren van Europese makelij gebruikt. Dit systeem ontvangt de radiosignalen waarmee een drone wordt aangestuurd. De sensoren hebben een flink bereik en zijn op drie daken geplaatst, verspreid over Den Haag.
Interesse in meer informatie over deze use case? Neem dan contact op met Max van Meerten (max.vanmeerten@denhaag.nl) of met Sven de Laaf (sven.de.laaf@politie.nl). Of stuur een algemene vraag over Living Lab Scheveningen naar smartthehague@denhaag.nl.